Taaldorp: naar de dokter

Om de spreekvaardigheid van cursisten te ontwikkelen, doen we via de methode Taalcompleet veel spreekopdrachten. In elk thema zijn oefeningen opgenomen die je in duo’s of groepjes kunt doen. De thema’s van Taalcompleet sluiten heel goed aan op de praktijk. Zo oefenen ze gesprekken waarin je jezelf voorstelt en elkaar leert kennen, waarin je boodschappen doet of hoe je een afspraak bij de huisarts maakt. Zo kweken cursisten zelfvertrouwen in het spreken en leren ze in de veiligheid van de eigen klas om in het Nederlands te praten. Toch is de stap naar Nederlands praten buiten de klas soms nog te groot. Daarom hebben wij het Taaldorp ontwikkeld. Hierin is het de bedoeling dat ze oefenen in spreken met relatief onbekenden in een semi-praktijk situatie.

De relatief onbekenden kunnen vrijwilligers zijn: inwoners van het Taaldorp. In de klas bouwen we een situatie/locatie na, zoals bijvoorbeeld een loket op een treinstation. Hierbij maken we gebruik van materialen om het nog levendiger en echter te laten zijn, zoals borden met bewegwijzering en vertrektijden.    

Op de foto zie je de uitvoering van het Taaldorp Naar de dokter in Bergen op Zoom. De dokter ontvangt hier een patiënt die met een klacht over diens gezondheid komt. In tegenstelling tot de meeste spreekopdrachten van Taalcompleet, hebben de cursisten geen voorgestructureerde zinnen die ze kunnen gebruiken. Dit hebben ze al geoefend in het boek. Dus nu moet het echt uit het hoofd! Wel kunnen ze, als het nodig is, gebruik maken van beeldmateriaal. Zo oefenen ze in de vrije productie: fase D van het model van Neuner. Zoals je ziet, wordt er ook enorm gelachen!

Overigens is het Taaldorp hier ingezet in de A1-klas. Het materiaal is ook heel geschikt om te gebruiken in een alfabetiseringsklas. Bijvoorbeeld in combinatie met het boek en beeldmateriaal van Praat je Mee (Taalcompleet). Contextrijk leren helpt cursisten om een concreet beeld te krijgen waarover ze praten en waar je dit buiten de klas nodig zou kunnen hebben.