Vrijwilligers in de klas
Wie de Nederlandse taal moet leren, krijgt te maken met verschillende vaardigheden, zoals lees-, luister, schrijf,- en spreekvaardigheden. Op al deze 4 onderdelen gaat de cursist uiteindelijk examen doen. Daarnaast heb je nog de subvaardigheden grammatica, uitspraak en monologen of dialogen. Kortom, er komt veel kijken bij het aanleren van een nieuwe taal.
De docent moet dit voor iedere cursist in goede banen leiden en zorgen dat alles uiteindelijk op een goed niveau komt. Soms komt de leraar handen tekort, zeker als het niveau van diens cursisten erg uit elkaar ligt. Daarom hebben wij de hulp van vrijwilligers ingeroepen. Zij kunnen een enorme ondersteuning bieden aan docenten. Zo kan de vrijwilliger bijvoorbeeld een cursist of een groepje cursisten helpen met een oefening in leesvaardigheid terwijl de docent zinnen maakt met de rest van de klas. Ook als ze spreekoefeningen gaan doen in duo’s, kan de vrijwilliger goed van pas komen. Dan lopen er 2 moedertalers door de klas die kunnen luisteren hoe dat gaat en er feedback op kunnen geven.
Naast deze vrijwilligers in de klas, hebben we ook mensen die graag buiten de klas helpen. Die kunnen bijvoorbeeld bewoners van het Taaldorp spelen waarbij cursisten oefenen met spreken in een semi-praktijk. Ook taalmaatjes zetten we in: dan krijgt de cursist 1-op-1 begeleiding buiten de klas. Zij kunnen dan samen naar de bibliotheek gaan, samen wandelen of iets anders leuks doen. Meestal gaat het hierbij ook om het verbeteren van de spreekvaardigheid omdat veel cursisten buiten de klas niet in aanraking komen met Nederlandssprekenden. En een taal leer je nou eenmaal pas goed als je heel veel oefent!
Lijkt het jou ook leuk om anderen te helpen met het Nederlands en om mensen uit andere culturen te ontmoeten? Kijk dan naar onze vacatures van dit moment!